top of page

Op een dag staat er midden in het bos een deur. Een grote rode deur. Mees begrijpt er niets van. Everzwijn komt langs en piept onder de deur door. ‘Wat mooi,’ zucht Everzwijn. ‘Zo heb ik het nooit eerder gezien.’ Ook Hert, Beer en Vos worden stil als ze door de deur kijken. Mees vliegt naar de klink en tuurt door het sleutelgat. Maar ze ziet helemaal niets bijzonders. Dan duwt Beer de deur open …

bottom of page